Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen slachtten zij het [35]pascha, op den veertienden der tweede maand; en [36]de priesters en de Levieten waren [37]beschaamd geworden, en hadden zich [38]geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des HEEREN. 35. Dat is, het paaslam. Zie Ex.12:21. 36. Namelijk, die zich tevoren niet gereinigd hadden. Zie boven, hfdst.29 vs.34, en vs.3. 37. Te weten, over hun onachtzaamheid, ziende dat de ijver niet alleen van hun metgezellen, maar ook van de gemeente meerder in deze zaak was dan de hunne. 38. Zie boven, hfdst.29 vs.5.